Persoonlijk & professioneel BTW Advies ‌‌ Inloggen klanten

 

Verruiming van de sportvrijstelling in de BTW

BTW vrijstelling sportaccommodaties

Zoals bekend is de Nederlandse btw-vrijstelling voor sportbeoefening te beperkt. Omdat in de Nederlandse wetgeving alleen een vrijstelling is opgenomen voor diensten aan de leden, is volgens jurisprudentie van het Hof van Justitie op onjuiste wijze de vrijstelling uit de Btw-richtlijn geïmplementeerd (HvJ 19 december 2013, C495/12 (Bridport and West Dorset Golf Club), ECLI:EU:C:2013:861). In het Belastingplan 2019 is dan ook de langverwachte aanpassing van de Nederlandse wet op dit punt opgenomen. De regering beoogt met de nieuwe wettekst te voldoen aan de eisen van de Btw-richtlijn door in ieder geval de beperking tot leden uit de tekst te halen. Ook wordt het begrip winst beogen (hetgeen voor toepassing van de vrijstelling niet is toegestaan) nader uitgewerkt. En passant wordt daarbij ook gepoogd ongewenste btw-structuren te bestrijden.

Door het oprichten van een (rechts)persoon die een sportaccommodatie (met btw belast) aan een sportvereniging verhuurt, wordt bereikt dat alleen de huurpenningen zijn belast met btw, en de btw op de aanschaf/voortbrengingskosten volledig in aftrek kan worden gebracht. De regering vindt dergelijke structuren (logischerwijze) onwenselijk. In de verruiming van de sportvrijstelling ziet de regering een mogelijkheid om die structuren te bestrijden.

In de nieuwe vrijstellingsregels komt – evenals in de oude vrijstelling en in de Btw-richtlijn – te staan dat een instelling geen winst mag beogen, wil de instelling de vrijstelling toepassen. Daar wordt een aanvullende bepaling aan toegevoegd voor situaties waarin een instelling door het ontvangen van subsidies en andere bijdragen structurele overschotten behaalt. Deze instellingen blijven niet-winstbeogend als zij zonder deze subsidie of bijdragen geen structurele overschotten behalen. De regering verdedigt deze aanvulling als een anti-misbruik regeling en stelt dat op grond daarvan deze bepaling toegestaan is onder artikel 131 van de Btw-richtlijn. Ik vraag mij af of dit juist is. Immers, het lijkt te morrelen aan het fundamentele btw beginsel dat het met de activiteit beoogde resultaat niet doorslaggevend mag zijn. Een uitzondering op dit beginsel is terug te vinden in de Richtlijn (door de voorwaarde van het nietwinstbeogend zijn), maar de voorgestelde aanvulling in de Nederlandse wetgeving lijkt dit criterium op te rekken. Wellicht krijgen we op dit punt al snel wat meer duidelijkheid als het Hof van Justitie antwoord geeft op recente vragen van de Duitse rechter over de strekking van het begrip “instelling zonder winstoogmerk” in artikel 132, eerste lid, letter m van de Btw-richtlijn (lopende procedure HvJ 7 september 2018 C488/18).

Overigens heb ik ook mijn vraagtekens bij de effectiviteit van de maatregel. Immers, als de structuur wordt opgezet met gebruikmaking van een bestaande – winst makende – rechtspersoon, kan het winst beogen (dat nu expliciet op instellingsniveau en niet op activiteitenniveau moet worden bekeken) niet worden ondervangen door de nieuwe bepalingen. Als de winst namelijk groot genoeg is om de financieringen van de verhuur op te vangen, zal er sprake zijn van winst beogen en dus van een btw belaste activiteit. Daarmee is de structuur dus niet efficiënt bestreden. Wat ook opvalt, is dat ondanks alle pogingen deze structuren te bestrijden, ook nieuwe regelingen in het leven zijn geroepen om het “btw-nadeel” op te vangen dat ontstaat door het bestrijden van de structuren (zie de bijdrage van Ad Fruijtier hierover in Btw Update nummer 6 van dit jaar). 

Al met al lijkt de bestrijding van de btw structuren met sportaccommodaties niet heel heftig te worden aangepakt. Er is een overgangsregeling getroffen voor alle voor 1 januari 2019 gestarte bouwprojecten, en voor bestaande structuren is geregeld dat geen herziening aangegeven hoeft te worden vanwege de toepassing van de sportvrijstelling na 1 januari 2019. Dit in samenhang met de subsidieregelingen brengt mij ook tot twijfel over de hiervoor aangehaalde bepalingen over het niet-winst-beogen. Als dit een anti-misbruik regeling is, en de huidige structuren dus als misbruik worden gezien, vanwaar dan al deze verzachtende maatregelen? De regering beargumenteert dit met een verwijzing naar het maatschappelijk nut van sportbeoefening, maar dan zouden bijvoorbeeld ook school-structuren met fluwelen handschoenen moeten worden aangepakt! 

Rick Franke

Dit artikel is gepubliceerd in BTWUpdate 2018, nr. 8. Rick Franke maakt sinds de start van dit periodiek (begin 2015) deel uit van de vaste schrijversstaf.

BTW - een ingewikkelde belasting?


Voor veel mensen is de BTW één van de lastigste belastingen.
Franke BTW Specialisten helpt u de BTW problematiek in uw organisatie te begrijpen en in hanteerbare en controleerbare processen onder te brengen. Via advies, onderzoek, training, hulp bij implementatietrajecten en/of andere vormen van ondersteuning helpt Franke BTW Specialisten u uw BTW organisatie te optimaliseren!

Contact

Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  +31 (0) 2 28 75 39 73
  +31 (0) 6 46 08 18 76
Nijenburg 21, 1613 LB Grootebroek